Belastingplannen Prinsjesdag 2025: ondernemer
Wat zijn de fiscale plannen voor ondernemers die op Prinsjesdag 2025 zijn gepresenteerd?
19-9-2025Het kabinet doet elk jaar voorstellen om belastingen voor ondernemers aan te passen. Er wordt gekeken naar koopkracht en een goed ondernemersklimaat. En of er voldoende belasting wordt opgehaald voor gezonde overheidsfinanciën. Deze maatregelen staan in het Belastingplan 2026. Hieronder staan de belangrijkste maatregelen voor ondernemers.
Regeldruk ondernemers omlaag met stevige nieuwe aanpak
Het ondernemingsklimaat in Nederland verslechtert ieder jaar, mede dankzij de toenemende regeldruk. De kosten voor ondernemers om te voldoen aan regels zijn in de afgelopen jaren met 731 miljoen euro gestegen. Ook staan we niet langer in de top 5 van meest concurrerende landen ter wereld, maar zijn gezakt van de vierde naar de tiende plaats. Met de nieuwe aanpak van regeldruk gaan we het ondernemingsklimaat in Nederland structureel te verbeteren. De belangrijkste nieuwe maatregelen zijn:
- Aanpakken van 500 regels
Het kabinet heeft besloten 500 regels aan te pakken voor de zomer van 2026, door ze te schrappen of de regeldruk ervan te verminderen. Met als doel uiteindelijk 20% regeldrukkosten vermindering voor eind 2026 Voorbeelden van regels die worden aangepakt zijn de rapportageverplichting werkgebonden personenmobiliteit (WPM), de Algemene Verordening Gegevensbescherming (AVG), regels over re-integratie van zieke werknemers, de uitvragen door het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS) en de bijschrijfplicht in de horeca. - Taskforce regeldrukvermindering
Een nieuwe taskforce met ondernemers, vertegenwoordigers uit het bedrijfsleven en beleidsmakers zal aan de slag gaan met het schrappen en vereenvoudigen van regels. Zij gaan op zoek naar oplossingen voor bestaande regeldrukproblemen. Denk hierbij aan het slim gebruik van data, afspraken met sectoren, uitzonderingen voor het mkb, het principe high trust, high penalty. Ook zal de taskforce bezien hoe de zorgen achter regels op een andere manier opgelost kunnen worden. - Hackathon om regeldruk te verminderen
De volgende OndernemersTop zal gericht zijn op regeldrukvermindering. Tijdens een hackathon werken ondernemers en overheid samen aan concrete oplossingen om regeldruk aan te pakken. - Aanpakken van oorzaken van regeldruk
Het kabinet wil ingrijpen in de onderliggende dynamiek die leidt tot regeldruk. Denk hierbij aan de aanname dat nieuwe regels altijd de beste oplossing zijn voor problemen, het wantrouwen richting ondernemers vanuit de overheid, en de neiging om elk risico met regels te willen aanpakken.
Onafhankelijk advies investeringsklimaat en verdienvermogen
Naast de aanpak van regeldruk wil het kabinet ook op andere manieren het investeringsklimaat en toekomstig verdienvermogen van Nederland versterken. Daarom komt er voor het einde van het jaar een onafhankelijk advies over de toekomst van het Europese concurrentievermogen in de Nederlandse context.
Belastingvoordeel voor energiezuinige investeringen
Bedrijven en ondernemers die investeren in bijvoorbeeld energiezuinige machines, kunnen 40% van die investering aftrekken van de winst. Hierdoor betalen zij minder belasting. Dat geldt voor investeringen tot maximaal € 151 miljoen per jaar (bedrag 2025). Bedrijven en ondernemers kunnen die investeringen doen in hun eigen bedrijf en daarnaast in een gezamenlijk bedrijf (bijvoorbeeld een vof). Bij elkaar opgeteld komen sommige bedrijven en ondernemers zo eigenlijk boven de grens van € 151 miljoen per jaar uit. Het kabinet wil dit tegengaan. Het kabinet stelt voor om deze bedrijven en ondernemers vanaf 1 januari 2026 hun investeringen verplicht bij elkaar te laten optellen.
Belasting op leidingwater aanpassen
Het kabinet stelt voor om iedereen over al het drinkwatergebruik belasting te laten betalen, zonder maximum. Dat levert de overheid elk jaar € 105 miljoen extra belastinginkomsten op. En de maatregel stimuleert bedrijven om zuiniger met drinkwater om te gaan.
Voor het gebruik van drinkwater betaalt iedereen belasting. Op dit moment geldt er nog een maximum (heffingsplafond) van 300 kubieke meter per aansluiting. Dat is 300.000 liter water. Iemand die in een jaar meer dan 300.000 liter water gebruikt, betaalt door het heffingsplafond alleen belasting over 300.000 liter. Het verbruik daarboven is belastingvrij. Het kabinet stelt voor om het heffingsplafond in 2 stappen af te schaffen:
- In 2026 gaat het heffingsplafond omhoog naar 50.000 kubieke meter water per jaar. Dat is 50 miljoen liter water. Gebruiken bedrijven meer dan 50.000 kubieke meter water, dan betalen ze over die extra kubieke meters geen belasting.
- In 2027 is er geen maximum meer. Bedrijven betalen dan belasting over al het water dat ze per aansluiting verbruiken. Dat geldt vanaf 2027 alleen voor water van drinkwaterkwaliteit. Voor water dat geen drinkwater is, hoeven bedrijven geen belasting te betalen. Bijvoorbeeld voor oppervlaktewater dat zij gebruiken om mee te koelen.
Het kabinet stelt enkele uitzonderingen voor. Zo hoeven bijvoorbeeld campings zonder aansluiting op het drinkwaternet geen belasting te betalen. Deze bedrijven hebben vaak al hoge kosten omdat zij grondwater moeten oppompen, zuiveren en controleren voordat ze het als drinkwater mogen gebruiken.
Prijs van afval verhogen
Het kabinet stelt veranderingen in de afvalstoffenbelasting voor. Die maken het verwerken van afval duurder. Ook stelt het kabinet voor om de CO2-heffing voor afvalverbrandingsinstallaties te verhogen. Deze maatregelen die per 1 januari 2027 ingaan, leveren de overheid samen minimaal € 567 miljoen belastinginkomsten per jaar op.
CO2-heffing omlaag voor grote industriebedrijven
Het kabinet stelt voor om de CO2-heffing vanaf 1 januari 2026 te verlagen van € 87,90 naar € 78,67 per ton CO2. Dat geldt alleen voor industriële bedrijven die veel CO2 uitstoten: ETS1- en lachgasinstallaties. Ook mogen zij meer CO2 belastingvrij uitstoten de komende jaren. De maatregel zorgt dat de grote industrie-bedrijven vrijwel geen CO2-heffing meer betalen. Dat zorgt voor een goede wereldwijde concurrentiepositie voor deze bedrijven. Het heeft negatieve gevolgen voor het klimaat, omdat de uitstoot van CO2 goedkoper wordt.
CO2-heffing op producten van buiten de EU
Het kabinet wil dat importeurs in heel Europa vanaf 1 januari 2026 meer gaan betalen bij de invoer van bepaalde producten van buiten de Europese Unie (EU). Die Europese maatregel geldt voor producten waarbij in het productieproces veel CO2 ontstaat. Bijvoorbeeld staal en ijzer voor auto’s, aluminium voor blikjes en kunstmest voor landbouw.
In de EU betalen fabrieken voor hun CO2-uitstoot. In sommige andere landen hoeven bedrijven dat niet. Daardoor zijn producten van buiten de EU soms goedkoper, maar vervuilender. Bedrijven kunnen hun productie verplaatsen naar landen zonder CO2-heffing. Om dit te voorkomen geldt voor vervuilende producten van buiten de EU een extra CO2-heffing. Dat heet koolstofcorrectie aan de grens (Carbon Border Adjustment Mechanism, CBAM). Bedrijven hebben voor de productie binnen en buiten de EU dan even veel CO2-kosten.